Verkoop van het verhuurde goed  

Zelfs wanneer het huurcontract het recht voorbehoudt om de huurder uit het goed te zetten in geval van vervreemding, mag de nieuwe eigenaar de huurder slechts in volgende gevallen uit het onroerend goed zetten (art. 12 handelshuurwet): 

  • Indien hij persoonlijk en werkelijk het verhuurde goed in gebruik wil nemen, of het op die wijze te doen in gebruik nemen door zijn naaste familieleden
  • Indien hij aan het onroerend goed een bestemming wenst te geven die elke handelsonderneming uitsluit 
  • Indien hij het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed waarin de huurder zijn bedrijf uitoefent, wenst weder op te bouwen
  • Wegens grove tekortkomingen van de huurder  

Bovendien moet de nieuwe eigenaar één jaar vooraf en binnen drie maanden na de verkrijging opzeggen, met duidelijke opgave van de reden waarop de opzegging gegrond is.  

Hetzelfde geldt wanneer de huur geen vaste dagtekening heeft verkregen vóór de vervreemding, ingeval de huurder het verhuurde goed sinds ten minste zes maanden in gebruik heeft.