Regels eigen aan het beroep

In bouwzaken doet de opdrachtgever, meestal verplicht, beroep op een architect. Deze heeft dan de drievoudige taak van ontwerpen, raad geven en controleren van de werken.  

De regels die eigen zijn aan het beroep van architect zijn divers en gaan uit van zowel wetgevende als van tuchtrechtelijke overheden.  

In het bijzonder kunnen volgende regels onderscheiden worden: 

De wet van 20 februari 1939 tot bescherming van de titel en van het beroep van architect

Deze wet bevat drie grote pijlers:

  • de regels met betrekking tot de toegang van het beroep en de bescherming van de titel van architect,
  • de verplichte bijstand van een architect voor alle werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning is vereist en
  • de onverenigbaarheid met het beroep van aannemer.

De wet van 26 juni 1963 tot instelling van een orde van architecten  

Zoals reeds uit de titel kan worden afgeleid, behelst deze wet de regelgeving omtrent de Orde van Architecten.

Reglement van de beroepsplichten  

Het reglement van de beroepsplichten regelt de uitoefening van het beroep van architect en werd goedgekeurd bij KB van 18 april 1985.